Bescherming Cultuur historische waarden.

ingevoerd op 11-7-2009

Bescherming Cultuur historische waarden.

Vooropgesteld dat  wethouder Bouwes een reeds lang slepende kwestie heeft weten vlot te trekken en dat er daarom nu een voor alle partijen bijna aanvaardbare beleidsnota ter goedkeuring wordt voorgelegd. Na jarenlang gesteggel over het dempen/ verlanden van slootjes etc. heeft onze wethouder het vertrouwen van de agrarische sector weten te winnen. De nu voorliggende beleidsnota kan, op enkele kleine details na, de goedkeuring van partijen krijgen v.w.b. de uitvoering. De financiële aspecten zijn echter nog niet geheel naar tevredenheid uitgewerkt. Dat het cultureel erfgoed moet worden bewaard, zijn alle partijen het eens. Maar wie betaalt het? Zoals nu in de beleidsnota wordt omschreven zijn de agrariërs geheel financieel verantwoordelijk voor alle consequenties. De VVD kan daar niet mee leven. Het algemeen belang wordt gediend. Is het dan niet vanzelfsprekend dat ook de overheid zich verantwoordelijk moet voelen voor de financiële consequenties? Slechts een kleine groep landeigenaren/ gebruikers moeten alles ophoesten en dat terwijl zij niet hebben gevraagd om behoud van het culturele erfgoed. De agrariërs hebben grote percelen grond waarop zij hun brood proberen te verdienen. Dat is al moeilijk genoeg omdat de prijzen van hun producten al jaren onder grote druk staan. Het is anders dan wanneer ontwikkelaars of andere bouwinitiatiefnemers nieuwbouw willen plegen en daarbij stuiten op de voorschriften. De kosten die zij maken vanwege de wetgeving behoud Cultuurhistorische waarden, kunnen veelal doorberekend worden in de prijzen en zijn meestal te overzien omdat het over relatief kleine oppervlakten gaat. Bij de agrariërs is dat niet het geval. Zij kunnen niets doorberekenen en zullen daarom hun vaak schamele inkomen verder onder druk zien staan. Het algemeen belang wordt gediend. Daarvan zegt art. 6 van het verdrag van Malta: door passende maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat bij grote particuliere of openbare ontwikkelingsprojecten de totale kosten van eventuele noodzakelijke, daarmee verbandhoudende archeologische verrichtingen, worden gedekt door gelden afkomstig uit de overheid en/of privé sector. Tevens staat er in artikel 42 van de monumentenwet dat indien het niet redelijk is dat de kosten volledig ten laste komen van de veroorzaker, de gemeente dan de archeologiekosten van de veroorzaker geheel of gedeeltelijk zal compenseren. Ook moet de gemeente er rekening mee houden dat zij te maken krijgt met schadeclaims van agrariërs omdat de gebruikswaarde van hun landerijen, vanwege het vaststellen van de beleidsnota, af neemt. Zo ziet u, de bescherming van ons archeologisch erfgoed gaat gepaard met kosten waarbij de argeloze burger vaak niet stil staat. De agrariër doet al veel aan landschapsbeheer, laten wij als burgers dan zo groot zijn dat wij ons financieel mede verantwoordelijk voelen voor het behoud van de cultuurhistorische waarden.
Joop Paauw