Column Ambro: Meedoen is belangrijker dan winnen!

ingevoerd op 8-8-2012

Meedoen is belangrijker dan winnen.


Het zal u niet zijn ontgaan. De sportzomer van 2012 is aan zijn slotakkoord bezig, de Olympische spelen in Londen. Vandaar ook het tot Olympisch motto verheven: “meedoen is belangrijker dan winnen”.
Een kreet die te pas en te onpas klinkt uit de mond van sporters (of ouders van sporters) die voor de overwinning niet meedoen.

Op de Olympische spelen zijn er legio voorbeelden te noemen die perfect bij de leus aansluiten.
In 1988 bij de winterspelen in Calgary was daar Eddy “the Eagle” Edwards. Een Brit die zich op één of andere manier had gekwalificeerd voor het schansspringen. Zodra hij de schans verliet dwarrelde hij als aangeschoten wild naar beneden waarbij hij niet in de buurt kwam van de deelnemers die wel wisten wat ze deden.
Meedoen is belangrijker dan winnen!

In Sidney was er Eric “the Eel” Moussambani, deze man uit Equatoriaal Guinee had 8 maanden voor de spelen leren zwemmen en werd ingeschreven voor de 100 meter vrije slag. Nog nooit had hij die afstand in 1 ruk kunnen volbrengen en ook nu leek hij het niet te halen. Maar gesteund door het voltallige publiek wist hij aan te tikken in een tijd van 1,52,72. Een tijd die nooit op de klokken verscheen, de apparatuur is namelijk bij de 100 meter ingesteld op maximaal 1,10,00.
Meedoen is belangrijker dan winnen!

Nu in Londen was de eer in dit rijtje weggelegd voor een Afrikaanse roeier die nauwelijks vooruit leek te komen. Alsof alleen zijn baan de stroming tegen had liep zijn achterstand enorm op. Het leverde ook hem een oorverdovend applaus op en daarmee eeuwige roem.
Meedoen is belangrijker dan winnen!

Waar komt de uitspraak nu eigenlijk vandaan? Waarschijnlijk is het een afgeleide van een uitspraak die Baron de Coubertin heeft gedaan bij de start van de eerste Olympische spelen in 1896. Hij citeerde daar de bisschop van Pennsylvania: “Het belangrijke in het leven is niet de triomf, maar de strijd, het essentiële is niet om te hebben gewonnen maar om goed te hebben gestreden.” Met als achterliggende gedachte; om aan de Spelen mee te kunnen en mogen doen is een dermate harde en zware selectiestrijd nodig dat alleen de allerbeste tegen de allerbeste strijden. Meedoen om het meedoen is niet genoeg. In dat licht bezien is het niet zo erg om niet te winnen.

Ik ben blij dat wij in Nederland een streng selectiebeleid hebben. Zonder reële finalekans mag je niet heen. Zo word de echte Olympische gedacht recht aan gedaan. En daarmee ook mijn gevoel van sport beleving, ik heb namelijk een grote hekel aan verliezen….